leestijd

Wat is diabetes?

Diabetes is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door een te hoog suikergehalte in het bloed. Er zijn verschillende soorten diabetes. Diabetes type 2 is de meest voorkomende vorm. Over de specifieke oorzaken van diabetes type 2 is nog niet alles bekend. Naast een duidelijke erfelijke factor is er vaak ook een verband met de leefstijl. Niet alleen de behandeling maar vooral de preventie van diabetes type 2 vergen meer aandacht bij beleidsmakers, gezondheidswerkers en de algemene bevolking.

Wat is diabetes?

Diabetes: een chronische aandoening met een verstoord glucosemetabolisme

Het glucosemetabolisme is een fijn gereguleerd systeem in ons lichaam. Koolhydraten in de voeding worden in de darm afgebroken tot de eenvoudigste vormen van koolhydraten, namelijk de monosacchariden glucose, galactose en fructose. Glucose wordt vanuit de darm opgenomen in het bloed en vervolgens onder invloed van insuline opgenomen in de lichaamscellen. Insuline is een hormoon dat door de bèta-cellen van de pancreas wordt aangemaakt. Mensen met diabetes hebben  een defect in de insulinesecretie, in de werking van insuline of beiden. Hierdoor kan glucose onvoldoende in de verschillende lichaamscellen worden opgenomen om er als energiebron te dienen. Er ontstaat een verhoogd glucose- of ‘suiker’-gehalte in het bloed, ook een verhoogde bloedsuikerspiegel of hyperglycemie genoemd. Vandaar ook de oude benaming ‘suikerziekte’. Diabetes blijkt echter vaak meer dan enkel een probleem van een verhoogd bloedsuikergehalte. Op lange termijn kunnen mensen met diabetes verschillende complicaties ontwikkelen zoals hart- en vaatziekten, oogproblemen, nierproblemen en voetproblemen. Er zijn verschillende types van diabetes.

Wat is diabetes type 1

Diabetes type 1 is een auto-immuunaandoening waarbij de bètacellen geen insuline produceren. Het absolute gebrek aan insuline maakt dat het moet worden toegediend. Deze vorm van diabetes uit zich meestal al op jongere leeftijd (onder de 40 jaar). Symptomen die kunnen wijzen op een onbehandelde of ongeregelde diabetes type 1 zijn veel plassen, veel dorst hebben en op langere termijn gewichtsverlies en ketonurie.

Wat is diabetes type 2

Diabetes type 2 ontstaat doorgaans door een dubbel probleem. Enerzijds is er een verminderde werking van insuline of insulineresistentie. Anderzijds produceert de pancreas te weinig insuline om de insulineresistentie te compenseren. De evolutie naar diabetes type 2 kan geleidelijk gebeuren, namelijk via periodes van normoglycemie - de hoeveelheid insuline die de pancreas produceert volstaat nog - en een stadium van prediabetes waarbij de eerste tekenen van een gestoord glucosemetabolisme blijken. De bloedsuikerspiegel is dan verhoogd, maar niet in die mate dat men van diabetes kan spreken. Ook bij prediabetes is er al sprake van zowel een verminderde insulineproductie als insulineresistentie.

Diabetes type 2 treft vooral volwassenen ouder dan 40 jaar. Diabetes type 2 kan lange tijd asymptomatisch verlopen. De symptomen zijn meestal aspecifiek zoals moeheid, een verminderd gezichtsvermogen, tintelingen/pijn in de onderste ledematen (benen/voeten) en slecht genezende wondjes.

Zwangerschapsdiabetes

Hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap kunnen de bloedsuikerspiegel verhogen. Dat kan uiteindelijk resulteren in de diagnose van ‘zwangerschapsdiabetes’. Zwangerschapsdiabetes wordt vaak ontdekt tijdens de tweede helft van de zwangerschap, wanneer de insulineresistentie toeneemt en de bèta-cellen niet meer aan de toegenomen vraag naar insuline kunnen voldoen. Het verhoogt het risico op macrosomie, met als mogelijk gevolg geboortetraumata (bv. schouderontwrichting, fracturen) en perinatale complicaties (bv. hypoglycemie). Ook op langere termijn zijn er mogelijke nadelige effecten voor moeder en kind. Daarom wordt bij zwangerschap een systematische screening naar zwangerschapsdiabetes aanbevolen tussen zwangerschapsweek 24 en 28, tenzij er geen enkele risicofactor aanwezig is. In geval van een sterk verhoogd risico gebeurt screening best meteen. Meestal verdwijnt de zwangerschapsdiabetes na de bevalling. Een jaarlijkse (nuchtere) glycemiescreening en leefstijladvies zijn belangrijk aangezien vrouwen met zwangerschapsdiabetes 30 tot 60 % kans lopen om 5 tot 10 jaar na de zwangerschap  diabetes type 2 te ontwikkelen.
 

Meer info: www.zoetzwanger.be

Andere vormen van diabetes

Een vierde diabetesklasse omvat alle types die niet in een van de bovenstaande categorieën thuishoren (bv. MODY, LADA, MIDD). Personen die behandeld worden met medicatie die het glucosemetabolisme beïnvloedt (bv. corticoïden) of die lijden aan aandoeningen zoals pancreaslijden of alcohoIisme kunnen eveneens diabetes ontwikkelen.

Hoe vaak komt diabetes voor?

In België komt diabetes naar schatting voor bij 8 % (1 op 12) van de volwassen bevolking. Tegen 2030 kan dit cijfer oplopen tot 1 op 10 volwassen Belgen. Bij de overgrote meerderheid van de diabetespatiënten (meer dan 90 %) gaat het om diabetes type 2.
Door een lange asymptomatische periode wordt een derde van de mensen met diabetes niet als dusdanig herkend. Meer dan 1 op 3 mensen met diabetes weten dus niet dat ze diabetes hebben. Daarnaast bevindt nog eens 6,5 % van de volwassen bevolking zich in de "grijze zone" met een gestoorde glucose tolerantie (GGT) of zogenaamde prediabetes. Deze groep loopt een aanzienlijk risico om op relatief korte termijn diabetes type 2 te ontwikkelen.
In totaal blijkt dus ruim 1 miljoen Belgen te hoge bloedsuikerwaarden te hebben en in aanmerking te komen voor preventie en behandeling van diabetes.

Bij wie komt vooral diabetes type 2 voor?

Diabetes type 2 is niet langer een ziekte van ouderen. Ook steeds meer jonge mensen worden ermee geconfronteerd. De prevalentie van diabetes type 2 kan erg verschillen in functie van de socio-economische en etnische factoren. De prevalentie is bijvoorbeeld twee- tot zesmaal hoger bij personen van Turkse/Marokkaanse origine.

Wat zijn oorzaken en risicofactoren van diabetes?

Over het ontstaan en de eigenlijke oorzaken van diabetes is nog niet alles bekend. Er speelt een duidelijke erfelijke factor mee bij zowel diabetes type 1 als type 2. Daarnaast kunnen ook andere factoren het ziekteproces in gang zetten of bevorderen. Bij diabetes type 1 is het nog onduidelijk waarom het lichaam precies antistoffen aanmaakt tegen onderdelen van bètacellen van de pancreas. Een persoon met diabetes type 1 had doorgaans zelf niets kunnen doen of laten om de ziekte te voorkomen. Bij diabetes type 2 ligt dat anders. De volgende personen lopen meer risico op diabetes type 2.

  • Personen met een voorgeschiedenis van een gestoorde glycemie (bv. zwangerschapsdiabetes, stresshyperglycemie)
  • Personen van 18-44 jaar die voldoen aan twee van de volgende voorwaarden of personen vanaf 45 jaar die voldoen aan één van volgende voorwaarden:
    • voorgeschiedenis van een bevalling van een baby van meer dan 4,5 kg;
    • diabetes type 2 bij eerstegraadsverwanten (moeder/zus/vader/broer);
    • BMI hoger of gelijk aan  25 kg/m²; overgewicht kan insulineresistentie in de hand werken.
    • buikomtrek groter dan 88 cm bij vrouwen en groter dan 102 cm bij mannen;
  • Personen vanaf 45 jaar met kenmerken van het metabool syndroom (het metabool syndroom of insulineresistentiesyndroom wordt gekenmerkt door de combinatie van een nuchter gestoorde glycemie, hoge bloeddruk, overgewicht en een atherogene dyslipidemie (een lage HDL-cholesterol en een hoog triglyceridengehalte);
  • Personen vanaf 65 jaar ongeacht of er bijkomende risicofactoren zijn.

Kan je van te veel suiker diabetes type 2 krijgen?

Een overmatig gebruik van gesuikerde voedingsmiddelen kan het ontstaan van overgewicht in de hand werken. We eten ook vaak te veel vetrijke producten, nemen te grote porties en hebben te weinig lichaamsbeweging. Dat kan overgewicht in de hand werken. Overgewicht is een risicofactor voor het ontstaan van diabetes type 2.

Hoe wordt de diagnose van diabetes gesteld?

De diagnose wordt gesteld na een labo-onderzoek van twee bloedafnames. De bloedafname gebeurt best in nuchtere toestand. Een nuchtere bloedsuikerspiegel (glycemie) hoger of gelijk aan 126 mg/dl wijst op diabetes. Indien de bloedafname niet op nuchtere maag is gebeurd, wijst een glycemie hoger dan 200 mg/dl op diabetes. Bij diagnose van diabetes is het aangewezen om elke 3 maanden een bloedafname te doen om de bloedsuikerspiegel te controleren. De HbA1c-waarde is eveneens een belangrijke parameter die via bloedafnames moet worden opgevolgd. In het algemeen moet men streven naar een HbA1c-waarde* van minder dan 7%.

Een glycemiewaarde tussen 100 en 125 mg/dl is twijfelachtig. Men spreekt dan van prediabetes of een gestoorde glucosetolerantie. Bij prediabetes kan men alvast een aantal zinvolle maatregelen nemen: bij overgewicht enkele kilo’s vermageren, gezond eten en meer regelmatig fysieke activiteit nemen. Voorts is het ook aangewezen de bloedafname dan, na bijvoorbeeld 6 maanden of 1 jaar, te herhalen. Bij een HbA1c-waarde van 6 à 6,5% is er eveneens sprake van prediabetes.

*Hemoglobine is een eiwit dat in de rode bloedcellen zit. HbA1c is hemoglobine met glucose eraan of “versuikerde” (geglyceerde) hemoglobine. Als glucose eenmaal aan hemoglobine vastzit, blijft dat zo zolang de rode bloedcel leeft. De rode bloedcellen worden gemiddeld na 120 dagen vervangen. Hoe meer glucose er in het bloed zit, hoe meer “versuikering” er optreedt. Elke 3 maanden het HbA1c controleren is daarom een goede manier om een beeld te krijgen van de gemiddelde bloedglucosewaarden en van het effect van een voedingstherapie.

Referenties
  1. Diabetes in cijfers. Beschikbaar via: https://www.diabetes.be/diabetes-cijfers. Geraadpleegd 2019 juni 26.
  2. Imran SA, Tugwell B, Harris S. Diabetes in primary care: back to basics. Can J Diabetes 2014; 38 (3): 155-156
  3. Classification of diabetes mellitus. Geneva: World Health Organization; 2019. Licence: CC BY-NC-SA 3.0 IGO.
  4. American Diabetes Association. Diagnosis and classification of diabetes mellitus. Diabetes Care 2014; 37 (Suppl 1): S81-90
  5. Craig ME, Jefferies C, Dabelea D, Balde N, Seth A, Donaghue KC. Definition, epidemiology, and classification of diabetes in children and adolescents. Pediatr Diabetes 2014; 15 (Suppl 20): 4-17
  6. Diabetes Liga vzw, Commissie Voeding. Voedingsprotocol bij diabetes. Gent, 2019: 59. – www.diabetes.be
  7. Tack CDM, de Koning EJP. Handboek Diabetes Mellitus 2012 (Vol. 4). Utrecht: De Tijdstroom.
  8. Wolfsdorf JI, Allgrove J, Craig ME, Edge J, Glaser N, Jain V, Hanas R. Diabetic ketoacidosis and hyperglycemic hyperosmolar state. Pediatr Diabetes 2014; 15 (Suppl 20): 154-179.
  9. Diabetes Liga vzw, Commissie Voeding. Voedingsprotocol bij diabetes. Gent, 2019: 7. – www.diabetes.be
  10. Ley SH, Hamdy O, Mohan V, Hu FB. Prevention and management of type 2 diabetes: dietary components and nutritional strategies. Lancet 2014; 383 (9933): 1999-2007.
  11. Tack CDM, de Koning EJP. Handboek Diabetes Mellitus 2012 (Vol. 4). Utrecht: De Tijdstroom.

Meer weten over diabetes of andere ziekten?

Diabetes Liga

Diabetes of suikerziekte is een chronische ziekte waarbij het suikergehalte in het bloed te hoog is. Er bestaan evenwel verschillende types.

Diabetes

Diabetes is een groeiend gezondheidsprobleem. De behandeling beoogt een goed geregelde glycemie en de preventie van complicaties op lange termijn.

Ziekte & intolerantie

Soms volstaat gezonde voeding niet en is specifiek voedingsadvies van een diëtist noodzakelijk. Lees meer over voeding bij ziekte en intolerantie.

OP DEZE PAGINA